2.29. Nemo

Hallerbos! Het ligt wat uit de weg, zowel voor River als voor mij, maar toen ik hem belde met het voorstel om ergens in een bos te gaan wandelen, stelde hij Hallerbos voor. En toen bleek dat we allebei herinneringen hebben aan dat bos. Ik had er ooit een vriendin wonen, bij wie ik af en toe ging logeren, en Rivers moeder is afkomstig uit die streek en ze hebben er nog familie wonen.

‘We kunnen een kriek gaan drinken in ’t Kriekske,’ zei hij.

‘Bestaat dat nog?’ vroeg ik. ‘Vroeger kon je daar boterhammen met plattekaas en radijsjes eten…’

‘Het bestaat nog, maar het is nu een restaurant.’

‘Jammer…’

‘Maar je kunt er wel nog Kriek drinken.’

‘Ja, dat zien we dan nog wel,’ zei ik, denkend aan het scheefgelopen gesprek in café Den Draak.

Ik haal River op in het station van Halle. We hebben geluk, het is een prachtige nazomerdag. Het bos is nog groen, maar het ruikt er al wat herfstig, naar natte aarde en bladeren.

Ik denk aan Barbara’s woorden: ik ben zijn therapeute niet. Dat klopt, maar ik ben wel nieuwsgierig.

‘Sinds wanneer denk je dat je een jongen bent?’ vraag ik.

Hij verbetert me meteen.

‘Ik denk dat niet, ik weet het gewoon. Ik weet het al sinds ik zo klein was dat ik nog niet eens kon denken. Mijn moeder zegt dat ik nooit jurkjes of rokjes wou dragen. Ik speelde altijd met de jongens in de straat, ik vond hun speelgoed veel interessanter. Ik ging door voor een halve jongen, maar ik was een hele jongen. Maar in de lagere school begon ik te voelen dat er iets niet klopte. Ik werd in de klas bij de meisjes ingedeeld, terwijl ik daar naar mijn gevoel niet hoorde. En toen ik daar iets over zei, werd dat weggelachen. Mijn moeder dacht dat het eruit zou groeien, dat hoorde ik haar soms tegen mijn vader zeggen, maar dat gebeurde dus niet. Rond mijn dertiende heb ik wel een tijdje geprobeerd om bij de meisjes te horen. Ik liet mijn haar groeien en ik deed wel eens een armbandje aan, maar ik bleef broeken dragen. De problemen begonnen pas echt toen ik borsten begon te krijgen en ongesteld werd. Gelukkig kon ik er met Kiki over praten en er was ook een lerares die mij geloofde, maar mijn ouders luisterden nooit echt naar mij. Ik denk dat ze dachten dat als ze mij negeerden dat het vanzelf zou overgaan…’

‘En hebben jullie nu een beter contact?’

‘Niet echt. Ik ben vorig jaar in Brussel gaan wonen en ik ben een half jaar niet naar huis geweest. Nu kom ik er een of twee keer per maand en ze doen hun best, maar we lijken vervreemd van elkaar.’

‘En je zus?’

‘Nora zie ik wel vaker, ze komt af en toe naar Brussel, maar ik denk dat ze zich wat heen en weer geslingerd voelt tussen onze ouders en mij. Het is vooral moeilijk met mijn vader. Hij blijft maar zeggen dat de natuur mij zo gemaakt heeft en dat ik het lichaam waarin ik geboren ben moet aanvaarden. En dat de natuur op voortplanting gericht is en dat er daarom mannen en vrouwen zijn en dat we dat onderscheid niet zomaar van tafel kunnen vegen en blablabla… Maar weet je, Chris, in de natuur is ook niet alles wit of zwart, man of vrouw. Wist je dat er 65.000 tweeslachtige diersoorten zijn? Slakken en regenwormen die hier gewoon onder onze neus leven zijn zowel mannelijk als vrouwelijk. En vissen! Wist je dat Nemo, de anemoonvis van geslacht kan veranderen? Een vrouwtje heeft verschillende mannetjes en als het vrouwtje sterft, wordt een van de mannetjes een vrouwtje. Wist je dat?’

‘Nee,’ zeg ik. ‘Waar heb je dat vandaan?’

‘Gelezen… En 95 procent van de planten zijn tweeslachtig. Wiet is een tweeslachtige plant…’

‘Zo,’ zeg ik, ‘ Je zou biologie moeten gaan studeren.’

‘Dat ga ik doen! Later…’

‘Waarom later?’

‘Ik wil eerst mijn transitie.’

‘Maar, kan dat niet nog een hele tijd duren?’

‘Ja, dat kan vier of vijf jaar duren. Ik ben nog steeds in de diagnostisch fase. Ik moet een reeks gesprekken met de psycholoog hebben, dan met de psychiater en dan pas mag ik met hormonen beginnen.’

‘Wow,’ zeg ik, ‘dat is nog een hele weg te gaan. Kun je dan toch niet tegelijk al gaan studeren?’

‘Nee, ik heb geld nodig, ik moet gaan werken. Ik kan niet èn met de transitie bezig zijn, èn gaan werken èn studeren…’

We zijn bij ‘t Kriekske aangekomen. Ik ben blij dat ik even kan gaan zitten om te bekomen. Het is veel. Ik denk aan Kiki. Barbara mag gerust zijn, denk ik. Kiki zit, geloof ik, wel goed in haar vel. Maar River, die is vastbesloten.

We klinken op de mooie herfstdag die we uitgekozen hebben. En opeens word ik er mij van bewust dat ik River nu helemaal anders ervaar. Ik weet nog dat ik boos op hem was omdat hij Kiki op een camping in Frankrijk had achtergelaten en hoe onbehouwen ik hem vond toen ik hem de eerste keer ontmoette. De tweede keer, bij Barbara thuis ook nog. En tijdens ons gesprek in Den Draak vond ik hem zelfs wat onbeschoft. Maar vandaag zie ik hem in dit late septemberlicht op het terras van ‘t Kriekske zitten, genietend van een glas donkerrode kriek. En ik voel hoe mijn hart opengaat. Ik heb een tweede kleinkind. River.

 

TOP-anemoonvissen

foto: http://www.elsvandenborre.be/duiken-wist-je-dat-anemoonvissen-NL.html

4 gedachten over “2.29. Nemo”

    1. Dat denk ik ook. Het zal je maar overkomen dat je in het verkeerde lichaam zit. Daar kies je inderdaad niet voor. Fotografe Brigitte Boffin maakte twee jaar geleden in Antwerpen een reeks foto’s over gender diversity. Van de mensen die voor haar poseerden hebben er intussen verschillende een einde aan hun leven gemaakt. Zelfs nu er meer media-aandacht voor dit fenomeen is, blijft het keihard. Ga maar eens ‘normaal’ werk zoeken als transgender…

      Like

  1. 👥 Er moeten meer inspanningen geleverd worden om dit fenomeen sociaal aanvaardbaar te maken. Niet alleen voor de enkele (beroemde) transgenders die al in de schijnwerpers staan, maar voor de zwijgende, lijdende meerderheid.

    Like

    1. Tja, dat zal niet simpel zijn, maar fijn dat er mensen zijn zoals jij die er zo over denken. Er is in ieder geval al een grote vooruitgang geboekt, deels ook door die beroemde, en meestal mooie, voorbeelden. Heel veel transgenders komen er echter niet zo prachtig uit en worden dikwijls wantrouwig of spottend bekeken. Als we die houding al een beetje kon veranderen… Zelf heb ik al mijn hele volwassen leven een soort fascinatie voor deze mensen die de moed hebben om zichzelf te zijn.

      Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie